Jou
In de bakstenen van het huis hoor ik je niet meer klinken.
Het water in de douche sijpelt sneller dan met twee. Er liggen nog steeds stofjes van jou. Zelfs jaren later. Dan waai je af en toe op tijdens een lenteschoonmaak. Een plastic tas van laatste spullen, gedeeld aan de voordeur, trok ons definitief uit elkaar. Onze strippenkaart voor geluk helaas verlopen. Als de dagen weer donkeren en dichten, dan ben ik blij met restjes van jou en alles waarin ik van jou kon verdrinken.