Tram


Zij: kijkt naar hem
ziet hem staan.
Hij: kijkt naar haar
gaat bij haar vandaan.

Zij: ziet haar wereld in hem
Hij: kijkt alleen
Hoe laat gaat de tram?

Zij: kijkt nog roze gekleurd
Hij: vindt dat zij zo zeurt
Als de tram arriveert
Dan zijn zij definitief geparkeerd.