Broodje met gat

 

 

 

 

 

 

 

Er dendert een bus langs. Ik ruik de benzinedamp van de knalrode scooter. Ik houd van de stad. Van de metalen snuisterijen van de Oosterse bazaarwinkel en het oranje van de bloemslingers. 

Net als de vrolijke terrastafels aan de Amsterdamsestraatweg. De troosteloze colon van schroeiend vlees laat ik bij de shoarmazaak. De wind trekt aan het uitzetbord: ‘koffie of geen koffie? ‘Zal ik…?’

Binnen schrokt mijn viervoeter, trouw het bekende koekje naar binnen en spat de vloer nat.
Er is hier altijd wel iets om ieders dorst te lessen, al blijft mijn Matcha Latte nog even uit.

De kaart toont dadeltaart, verantwoord sap en rond brood met een gat erin. Warm of koud.
In mijn hoofd tel ik mijn boodschappengeld van deze week.
‘Wat wil je eten? Vraagt een jonge man met een groen schort.
‘Bagel met sesam, glutenvrij en hoemoes en groene thee met havermelk. Plantaardig is hier de gewoonste zaak van de wereld.

Het stel dat deze zaak runt, weet van wanten. Horecatijgers. Een gouden greep voor de buurt.
Al is het inkomen van de bewoner uit dit deel van de wijk gemiddeld laag. Toch is het steeds bomvol.

Ik loer naar twee tafeltjes verderop. De lange man staat op. Gelukkig met portemonnee, in de richting van de kassa. ‘Kan ik deze? Vraag ik hem.’ ‘Pak maar, ik lees geen kranten’.

De jongen keert terug met mijn eten. ‘Niels heeft er een extra broodje bij gedaan. Van het huis’, knipoogt hij.

Waarom weet ik niet, maar Ik pak het extra broodje en houdt het voor mijn oog. Ik tuur door het gat en kijk naar de voorbijgangers. Het zal er wel raar uitzien. Ik bekijk de wereld soms net wat anders.
Als je iets kleiner maakt dan zie het duidelijker.

Ik voel een harige poot op mijn schoot. ‘Hey jongen, wat is dat nou he? Vrouwtje doet gek. Je bent lief hoor’. Dan hap ik smakkend een stuk uit het gat. Voor alles is tenslotte een tijd.