Behouden vaart

Het is een hoopje ineengedoken mens. Mijn moeder. Ze lijkt nog kleiner vandaag dan ze al is. Haar lichaamstaal vertelt hoe ze eraan toe is. De zon brandt op haar synthetische broek en het donkerblauwe colbert. Haar dunne, blonde haar is goed gekapt.

'Gebruikelijk is het niet, kom', zegt de beambte van het crematorium in het Spaans. Ik volg hem naar een ruimte. Daar sta ik dan in de garage. Ik loop naar een hoge brancard op wielen die tussen de auto's en een werkbank staat. Er ligt iemand toegedekt met een dun, wit laken. Het is mijn overleden vader. In het plaatselijk ziekenhuis hebben ze alles gedaan. Reanimeren. Een tracheacanule. Niets hielp nog. Gisteren is hij overleden. 

Ik kijk naar hem. En stel mij voor dat hij ineens opstaat en meehelpt om de auto's te repareren. Een bekend terrein voor hem. Maar er valt niets meer te repareren.

Mijn neusgaten vullen zich met benzinedamp en olie. Gelukkig maar dat we allebei aan deze geur gewend zijn. De geur uit mijn jeugd; het vet van de tandwielen, muffe dozen met bouten en moeren. In de kleine binnenplaats met ratten in Rotterdam Noord. De motoronderdelenzaak van mijn excentrieke opa. In het kantoor trofeeën van opa's gewonnen races. Zoals zijn DUCATI 125cc. Aan de muur een foto van mijn moeder op de cover van de MOTO. "Italiaanse diva of dochter van?" Ze is daar al een knappe vrouw. In een overall, met felrode lippen, een Marilyn Monroe kapsel zittend op een stoere motor. Haar eerste overwinning werd beloond met bloemen en chocola. Want een trofee is in de jaren '60 bestemd voor het manvolk.

Ik kijk naar de brancard. Hoe waardig is dit? Ik dek mijn vader weer toe. De medewerker van het crematorium komt terug. Hij gebaart. Wat bedoelt hij? Mijn Spaans is nogal krakkemikkig. Gedwee volg ik hem dan maar naar de balie.

'Zullen we pa laten gaan? 'Zeg ik tegen mijn moeder. Ze houdt de urn met as, strak tussen haar handen, op haar schoot vastgeklemd. Ze geeft geen antwoord. De diepblauwe zee rommelt als antwoord voor haar. Pa zijn liefste wens was op zee te zijn. In zijn jonge jaren diende hij kort bij de marine.

De as kronkelt als een slang tussen de golven in en lijkt even stil te staan. Ik reik mijn hand uit naar mijn moeder. Ze pakt hem niet aan. 

'Dag pa', zeg ik in stilte, 'een behouden vaart'. En de as vervolgt zijn weg.