Rupsje genoeg

Rups plant zijn twintig poten stevig op de grond. De wind giert om hem heen. Dat kan rups niets deren. ‘Eindelijk’, zegt hij hardop tegen zichzelf. ‘ Sta ik stevig en laat mij niet omduwen.’ De wind neemt wat af en rekt hij zijn groene lijf helemaal uit. Hij is zo lang, dat als hij…

lees meer »

Ode aan de HEMA

Bij de Hema binnen lopen, wil vaak zeggen: ‘gelijk iets kopen’, je draalt, je vraagt, er is dan hulp. Een vriendelijk woord, een fris gezicht, dan wordt je zakelijk ingelicht. Je slaagt en zelfs,  vaak heel erg vlug Dus komen wij, heel graag weer terug!

lees meer »

Rafelkind

De meeuwen dragen mijn zoute tranen naar zee. Nooit meer jouw armen om mij heen. Jij verliet dit hart. Sloegen kraters, gaten in oude wonden. De moederschoot een echoput van zeer. Laten draden los, werd ik een rafelkind. Zomaar op een najaarsdag in september. Op een onverwacht moment.

lees meer »

Getijden

Voeten in het zand, handen die schrapen in aarde, die kleeft, en nooit beklijft. Ver weg van warmte verstoten, geen plek om thuis te komen, want er is simpelweg geen huis meer. Laat de verdwaasden terugkeren, naar haarden en behang, bedden om te borgen, de moestuin die woekert van geluk, en de morgenstond om op…

lees meer »

Henri de mol- voorleesverhaal bedtijd

Deel 1 – Dromen over grond.  Henri is een eigenwijze, zwarte mol. Hij beleeft kleine avonturen en woont onder het groene grasveld van boer Bert. ‘Denk eraan Henri, als mol graaf je het beste naar beneden! Diep de veilige luwte in. Dus verzorg je poten altijd heel goed’. Hij hoort het zijn moeder nog zeggen.…

lees meer »

Rode draden

Een middag wachten op een polikliniek. Weven we een menselijk web. Gelaten zien we elkaar. Lucht voor de een. Minder voor de ander die uit metalen flessen levensadem zuigt. Als groep wachtend op wat komt. Tussen papieren kopieën met uitslagen die klikken in de machine. Witte klompen en steriele handschoenen. Een begrijpende blik is verzachtend.…

lees meer »